Voor het beoordelen van weerstandscapaciteit is inzicht nodig in de omvang en de achtergrond van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten en andere éénmalige tegenvallers op te vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Met structurele weerstandscapaciteit worden de financiële middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende begroting op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken.
Incidentele weerstandscapaciteit
Onderdelen van de incidentele weerstandscapaciteit zijn:
- Reserves: Algemene reserve en Reserve grondexploitatie
- Stille reserves: Activa die tegen een lagere waarde of nul zijn gewaardeerd en direct verkoopbaar zijn
- Onbenutte begrotingsruimte: Onvoorzien
De incidentele weerstandscapaciteit bedraagt per 31 december 2023:
(bedragen * € 1.000)
Omschrijving | Bedrag |
---|---|
Algemene reserve | 27.591 |
Rekeningresultaat 2023 | 8.927 |
Reserve grondexploitatie (voor risicoreservering) | 764 |
Stille reserve | 1.261 |
Onvoorzien | 56 |
38.599 |
Algemene reserve
De Algemene reserve is een reserve zonder bestemming en daardoor in beginsel vrij aanwendbaar. De Algemene reserve dient als buffer voor het opvangen van eventuele onvoorziene uitgaven (incidenteel) waarmee in de planning geen rekening is gehouden en die noodzakelijkerwijs dienen plaats te vinden. Hierbij valt te denken aan:
- financiële risico's waarvoor geen bestemmingsreserve of voorzieningen zijn gevormd of waarvoor in de begroting geen financiële middelen zijn gereserveerd, omdat er nog geen getrouwe kwantificering van de risico's kan plaatsvinden;
- het opvangen van eventuele rekeningtekorten;
- het opvangen van een eventueel begrotingstekort.
De vrije algemene reserve kan worden ingezet voor de dekking van incidentele exploitatie-uitgaven. De vrije Algemene reserve bedraagt op 31 december 2023 (voor risicoreservering) afgerond € 27 miljoen.
Reserve gronden
De reserve gronden is sinds eind 2020 niet meer belast met een gebonden deel voor de afdekking van risico's. In het actuele risicoprofiel zijn alle risico's afgedekt. Wij adviseren dan ook om de reserve gronden niet voor andere zaken te benutten.
Stille reserves
Van stille reserves is sprake wanneer activa niet duurzaam aan de bedrijfsuitoefening zijn verbonden. In de praktijk gaat het om onroerende zaken die in eigendom zijn van de gemeente en die niet meer nodig zijn voor de bedrijfsuitoefening. Het gaat daarbij om gemeentelijke gebouwen die binnen twee jaar verkocht kunnen worden en losse pachtgronden.
In oktober 2012 stemde de raad in over te gaan tot verkoop van gemeentelijke gebouwen die niet direct onderdeel uitmaken van de gemeentelijke bedrijfsvoering. Afgelopen jaren is een aantal panden verkocht. Wij schatten in dat de verkoop van de overige gebouwen na afkoop van de boekwaarde samen nog€ 251.000 oplevert. Enkele jaren geleden is als beleidslijn vastgelegd dat de netto verkoopopbrengst wordt gereserveerd voor de versterking van Krachtpanden. Daarmee neemt deze stille reserve bij elke verkoop geleidelijk af. De stille reserve komt daarmee feitelijk alleen beschikbaar als er voor directe noodzaak wordt overgegaan tot verkoop van de panden.
Wij hebben 15 hectare grond in losse pacht uitgegeven. De stille reserve van deze laatste gronden bedraagt circa € 1.010.000. De pacht en losse pacht levert momenteel een structurele netto bate in de begroting.
Tot slot zijn er reststroken groen. Deze stroken zijn voor een deel in gebruik gegeven aan inwoners, instellingen en bedrijven. De in gebruik gegeven stroken vertegenwoordigen een waarde bij verkoop. Deze waarde is niet begroot en voor de realisatie van de verkoop of verhuur moeten ook kosten worden gemaakt. Vooralsnog wordt hieraan geen waarde gekoppeld. In de jaarrekening is momenteel sprake van een bescheiden jaarlijkse netto opbrengst.
Resumé
Onze gemeente beschikt over een stille reserve van in totaal € 1.261.000 (€ 251.000 + € 1.010.000).
Onvoorzien
Gemeenten zijn verplicht voor onvoorziene uitgaven een (vrij te bepalen) bedrag op te nemen in de begroting. In de meerjarenbegroting is een stelpost onvoorzien opgenomen van € 56.000 per jaar, deze is het afgelopen jaar niet benut.
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit onbenutte belastingcapaciteit, onbenutte investeringsruimte en onbenutte begrotingsruimte. De verwachte totale structurele weerstandscapaciteit ziet er de komende jaren als volgt uit:
* bedragen * € 1.000
Structurele weerstandscapaciteit | 1-jan-24 | 1-jan-25 | 1-jan-26 | 1-jan-27 |
---|---|---|---|---|
Vrije begrotingsruimte | 41 | 1524 | -325 | -96 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 701 | 701 | 701 | 701 |
Bestemde begrotingsruimte | 3019 | 3395 | 2461 | 2723 |
Totaal | 3.761 | 5.620 | 2.837 | 3.328 |
Vrije begrotingsruimte
De vrije begrotingsruimte is in de begroting 2024 beperkt tot het saldo van de begroting. Jaarlijks wordt deze ruimte betrokken bij de financiële ontwikkelingen in de Kadernota en de begroting. Na het opstellen van de programmabegroting 2024 en meerjarenraming 2025-2027 is de septembercirculaire van het gemeentefonds bekend geworden. Deze heeft een positieve invloed op de vrije begrotingsruimte voor de jaren tot en met 2025. Vanaf 2026 wordt deze ruimte kleiner.
Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit is in de begroting 2023 bepaald op € 701.000. De onderbouwing hiervan is voldoende toegelicht in de begroting en wordt hier niet herhaald.